Bij het extruderen van een profiel is een matrijs vereist die aangemaakt wordt op basis van een technische tekening van de klant. De stalen matrijs, mal, gietvorm is resistent tegen hoge oventemperaturen

Er bestaan 2 belangrijke soorten:

• Vlakke, schijfvormige matrijzen voor volle solide profielen
• Tweedelige matrijzen voor holle profielen

De as, het deel dat de uitholling vormt, wordt ondersteund op een brug, waarrond het aluminium tijdens extrusie stroomt. Het buitenste deel van de matrijs vormt de buitenkant van het profiel.

Grote  en middelgrote profielen: door matrijs met 1 opening, 1 gats-matrijs.

Kleinere profielen: door matrijs met  meerder openingen: meergats-matrijs.
De levensduur van de matrijs hangt af van de vorm en de gewenste oppervlakkwaliteit van het profiel.

De levensduur van de matrijs hangt af van de vorm en de gewenste oppervlakkwaliteit van het profiel.

• Na elke extrusie wordt  de matrijs uitgekookt om de aluminiumresten te verwijderen en gecorrigeerd om de tolerantie te garanderen. De oppervlakte wordt gehard of  genitreerd.

Extruderen is  een transformatietechniek waarbij een vervormbaar materiaal (perspaal) verwarmd wordt en door een matrijs geperst wordt.
Na de matrijsconstructie gebeuren de eerste proefpersingen . Na alle grondige controles van de stalen en de goedkeuring van de proeven kan  de productie van het  gewenste profiel starten.

Dit gebeurt in volgende stappen:

• opwarming van aluminium blok of "billet"  tot 450°C 
• persing van warme billet door de matrijs
• lucht- of waterkoeling van profielen van 530°C  tot <250°C
• aanvoer op de rekbank om profielen terug recht te maken
• afvoer van gerokken profielen naar eindzaag
• veroudering in laadschaal na grondige controle
• warmtebehandeling in oven om uit te harden
• meting hardheid (Wb) ~ treksterkte (Rm/Rp)
• extra controle van de profielen